Skip to main content

Met recht lekker Afghaans eten

Op je 23e een restaurant openen en ondertussen een studie Rechtsgeleerdheid afronden. Tamana Sakhizada deed het. Ze wilde namelijk geen van beide opgeven. Inmiddels heeft ze haar mastertitel in de pocket en is ze van plan een tweede restaurant te openen.

Tekst: Jasper Martin
Foto's: Indra Reijers

Tamana is van Afghaanse afkomst en groeide op in Nederland. Zo werd ze van jongs af aan ondergedompeld in twee culturen. “Afghaanse gastvrijheid betekent dat je vrienden uitnodigt of eten met ze deelt. In Nederland ga je op de koffie, maar word je vriendelijk verzocht te vertrekken rond etenstijd. Dat is voor Afghanen heel vreemd!” Eten is voor Afghanen dan ook vaak onderwerp van gesprek vertelt Tamana. “Als ik met mijn moeder bel hebben we het over eten.”

Waarom open je niet je eigen restaurant?

Toch was het geen langgekoesterde droom om een restaurant te beginnen. “Ik had veel Nederlandse vrienden die zich afvroegen waarom er zo weinig Afghaanse restaurants in Nederland zijn.

Ze vonden het altijd lekker als ik eten voor ze meenam of als ik voor ze kookte.” Toen ze in een restaurant werkte tijdens haar studie Rechten viel het kwartje. “Rechten studeren betekent vooral met je hoofd bezig zijn. Ik heb het altijd een fijne afwisseling gevonden om ook fysiek te werken. In een restaurant werken is voor mij écht ontspannen. Dus dacht ik: waarom geen eigen restaurant?” 

Ze besloot een restaurant te beginnen, maar deed eerst grondig onderzoek. “Ik sprak met andere restauranteigenaren, maakte een businessplan en ging op zoek naar financiële hulp om te starten.” Ondanks de goede voorbereiding was het in het begin niet makkelijk. “Via Instagram, Facebook en zelfs flyers 

probeerde ik de naam Hafiza te ver­spreiden. Ondertussen kwamen mijn vrienden met hun vrienden en familie wekelijks langs om mij te ondersteunen. Daar ben ik ze zo dankbaar voor! Pas een half jaar later ging het echt lopen. Na drie jaar besefte ik: wauw, het gaat echt heel goed.” Tamana zag een stijgende lijn van nieuwe en bestaande gasten. Zoals elke andere ­­­­horecazaak leed zij ook onder de coronabeperkingen,­­­ ­­­­­­­­maar gelukkig gaan de zaken weer goed. Nu Hafiza een goedlopende zaak is, kan Tamana ook haar familie helpen. “Studeren is ontzettend belangrijk, het opent deuren die anders gesloten blijven. Ik heb nog veel contact met familie in Afghanistan, die band blijft sterk. Door de hechte band en het streven om mijn familieleden te zien groeien, ondersteun ik hen soms financieel. Zo heb ik een neefje geholpen om zijn universitaire studie in Duitsland voort te zetten.”

Mieke Kosman1

Een goed recept

De basis van dat succes van Hafiza is, en hoe kan het ook anders, het eten. “De Afghaanse keuken is heel breed. De basis is rijst. Dat combineren we met gegrild vlees en veel groenten. We hebben veel vegetarische en veganistische opties.” En dat valt in de smaak. “Ik hoor vaak dat mensen hier naartoe komen omdat hun vrienden zeiden: daar moet je heen! Dat is natuurlijk een heel mooi compliment.” Tamana is blij dat ze vaak positieve reacties krijgt. “Veel mensen weten niet zo goed wat Afghaans eten is. Maar als ze dan eenmaal geweest zijn, vinden ze het reuze lekker!” 

Naast het goede eten is het hechte team een belangrijk ingrediënt voor het succes van Hafiza. “Op mijn neefje na die in de keuken werkt bestaat ons hele team uit multiculturele vrouwen. We doen alles samen en ik werk zelf ook mee in de bediening. Er werkt een aantal inter­nationale studenten bij ons. Het is voor hen vaak lastig om werk te vinden, dus het is fijn om ze daarbij te kunnen helpen.”

Een bont gezelschap dus, vertelt Tamana. “We hebben een groepsapp met alle medewerkers. Om er zeker van te zijn dat iedereen begrijpt wat er gezegd wordt, sturen we berichten altijd in het Engels.” Ze probeert daarnaast iedereen zo zelfstandig mogelijk te laten werken. “Als ondernemer heb ik geleerd dat zelfstandigheid belangrijk is. Dat geef ik mijn personeel ook mee. Als ze ingewerkt zijn, laat ik ze zo veel mogelijk vrij.”

Eten op z’n Afghaans

Ze heeft zelf ook haar draai moeten vinden in het restaurantleven. “Een van de dingen waar ik in het begin moeite mee had, was het inschatten van de grootte van porties. Afghanen eten veel meer, sneller en zitten korter aan tafel dan Nederlanders. Dat is nogal een
verschil! In het begin kwamen er dan ook veel borden terug die niet helemaal leeg waren.” De porties zijn inmiddels perfect afgemeten, maar je krijgt nog altijd een flink bord bij Hafiza: genoeg om heerlijk van te smullen.

Voor wie wil serveert Hafiza ook alcohol. Dat lijkt misschien logisch, maar was nog wel een puntje van discussie. “Mijn moeder was het daar eigenlijk niet mee eens. Moslims mogen geen alcohol dus begreep ze niet dat ik het in mijn restaurant wilde schenken. Ik heb haar kunnen over­tuigen, want het is alleen voor de gasten en het eten blijft halal!” 

Grootse plannen

Ze heeft al veel bereikt met haar restaurant en het afronden van haar studie, maar Tamana heeft dromen die nog veel verder reiken. “Ik ga stage lopen bij een groot advocaten­kantoor. Uiteindelijk wil ik een advocatentitel behalen. Tegelijkertijd ben ik van plan een tweede locatie  van Hafiza te openen. Het liefst in Brabant.” Haar enige voorwaarde is dat er genoeg mensen zijn die haar plannen helpen realiseren. “Soms heb ik te veel ideeën, maar te weinig mensen”, glimlacht ze.