Skip to main content

Renée Fokker

De roots van Renée Fokker (60) liggen in Nijmegen. Ze werd op de Berg en Dalseweg geboren en op driejarige leeftijd verhuisde zij naar de Burggraafstraat. Vader, moeder en hun acht kinderen bewoonden hier een gezellig, groot familiehuis dat als belangrijke voedingsbodem gold voor Renées artistieke en creatieve leven en carrière. "In die heerlijke tuin en door mijn vader ontworpen huis met kleurendoca, vleugel en beatkelder spinde ik als jong meisje al creatieve garens. Garens die als rode draad door mijn verdere leven lopen.”

Tekst: Petey Peeters
Foto's: Renée van der Heide

In vier jaar kreeg Trees Fokker-Smeets haar eerste zes kinderen. Hierop volgde vijf jaar later Renée en pas jaren later werd haar jongste zusje Hatta geboren. “Omdat ik zoveel jaren jonger was dan de oudste zes en zeven jaren ouder dan Hatta, was ik veel op mezelf aangewezen en ging ik mijn eigen gang. Ik was dan ook een ondeugend kind, een dwarsliggertje dat graag de grenzen verkende. Op de St. Michaelschool in Brakkenstein hielden de paters me prima in toom en ook in de brugklas op de havo aan de Bijleveldsingel was er nog geen vuiltje aan de lucht. Maar die stabiliteit en rust bleken van korte duur: net voor mijn eindexamen hield ik het voor gezien, pakte mijn biezen en vertrok met vrienden in een busje naar Marokko. Op zoek naar het grote avontuur, vrijheid en het Leven (met een hoofdletter ‘L’). Met dat leven had ik al kennis mogen maken, en wel in de in de jaren ’70 fameuze, gekraakte boerderij aan de Jacobslaan waar ik een graag gezien gast was tussen de (andere) hippies. Mijn wereld bestond in die tijd uit de Jacobslaan en Doornroosje. Hier maakte ik kennis met ballet, jazzballet, maar ook zeefdrukken. Aan alle clownworkshops deed ik mee, het Festival of Fools...de creatieve garens lagen in die tijd voor het oprapen. Het moet gezegd; ook toen voelde ik me vooral op het toneel in mijn element.”

Cadeautjes zijn er om uit te pakken

“Noem het toeval, noem het één van de vele cadeautjes die ik in mijn leven heb mogen ontvangen, maar direct na mijn terugkomst uit Marokko kreeg ik een aanbod om model te worden in Japan. Drie dagen later, op de kop af 17 jaar oud, zat ik in Tokyo. Een cadeautje als dit krijg je naar mijn idee met één doel, om uit te pakken!”

Drie dagen later, op de kop af 17 jaar oud, zat ik in Tokyo. Een cadeautje als dit krijg je naar mijn idee met één doel, om uit te pakken!

Een zwaar auto-ongeluk op kerstavond 1978 leek definitief roet in het eten te gooien van Renées plannen en ambities. “Zo onbevangen en in alle opzichten jong als ik in toentertijd in het ziekenhuis belandde, zo bewust en volwassen kwam ik eruit. Sindsdien zie ik ieder dag -als ik weer fit en gezond opsta- als een geschenk. Het ongeluk heeft dan ook een kentering betekend: in 1980 hakte ik de knoop door en ging naar Amsterdam voor de opleiding Dans & Expressie. In Amsterdam voelde ik me als een vis in het water: mijn weekenden begonnen op woensdag en ik bracht mijn tijd deels dansend, vooral feestend door. Omdat dansen alleen al snel onbevredigend bleek, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en auditie gedaan bij de toneelschool. Weer een cadeautje: ik werd aangenomen en kon de euforie die ik toentertijd op de planken van Doornroosje mocht ervaren vasthouden én uitbouwen.”


Inmiddels schittert Renée in films, het theater en op televisie. Recent is haar deelname aan Wie is de Mol en De slimste mens. Renée: “Ik ben nu eenmaal een avonturier, houd van reizen en van spelletjes. Bovendien vond ik het wel cool voor mijn kinderen dat hun moeder op haar oude dag deze uitdaging (als De Mol, bovendien!) aanging. De slimste mens heb ik altijd een tof programma gevonden en de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat me dit prima uitkwam in de luwte van corona: een heerlijk verzetje, zelfs!”

Als het om film en theater gaat, wordt Renée niet snel als oer-Hollands type gecast. “Gelaagde personages, karakterrollen passen beter bij mij. Op dit moment ben ik bezig met de speelfilm Onder de blote hemel en volgend jaar ga ik weer het toneel op. Toegegeven: als vrouw en op mijn leeftijd ben je niet van werk verzekerd in dit vak. In België, bijvoorbeeld, ligt meer focus op de marginale wereld, is het wereldbeeld minder ‘gelikt’. Van hun interessante, specifieke karakters kunnen wij veel leren naar mijn idee. Met deze karakters zouden film en theater verrijkt kunnen worden. Wie er als acteur op uit is om beroemd te worden, een acteur die te ‘eager’ is, komt van de koude kermis thuis. Daar prikt men zo doorheen, daar red je het niet mee. Wie op toneel wil, moet willen spelen. Niet meer en niet minder. En spelen is -kort door de bocht en volledig uit mijn hart- het mooiste wat er is.”